Dimactor 4-voudig Standard voor Gira One en KNX
4 x 225 W/VA

Mediadatabank

Kenmerken

Functie in het Gira One systeem

Actor voor het schakelen en dimmen van gloeilampen, HV-halogeenlampen, dimbare HV-ledlampen, dimbare spaarlampen, dimbare inductieve transformatoren met NV-halogeen- of NV-ledlampen, dimbare elektronische trafo's met NV-halogeen- of NV-ledlampen.
Automatische of handmatige selectie van het bij de belasting passende dimprincipe.
Beveiligd tegen onbelast gebruik, kortsluiting en oververhitting.
Vermogensuitbreiding door vermogensopvoereenheden.
Handbediening van de uitgangen.
Programmering en inbedrijfstelling met de Gira Project Assistant (GPA) vanaf versie 5,0.
Versleutelde gegevensoverdracht tussen de Gira One apparaten.

Dimuitgangen

Minimum en maximum lichtsterkte instelbaar.
Inschakelen op de laatste lichtsterktewaarde of vast ingestelde inschakellichtsterkte.
Instellen van een in- of uitschakelvertraging.
Trappenhuisfunctie, er kan optioneel een waarschuwingstijd en een waarschuwingslichtsterkte worden ingesteld.

Gira One medium:

Twisted-Pair YCYM 2 x 2 x 0,8

Testspanning:

4 kV (KNX/EIB buskabel)

Nominale spanning:

AC 110 tot 230 V, 50/60 Hz

Max. aansluitvermogen (AC 230 V) per kanaal

Gloeilampen:

20 tot 225 W

HV-halogeen:

20 tot 225 W

gewikkelde trafo:

20 tot 210 VA

Tronic-trafo:

20 tot 225 W

gewikkelde trafo met NV-led:

20 tot 100 VA

elektronische trafo met NV-led:

typ. 20 tot 200 W

HV-ledlampen:

typ. 1 tot 200 W

Spaarlamp:

typ. 20 tot 150 W

Aansluitingen

Gira One bus:

Aansluit- en aftakklem

Belasting:

Schroefklemmen

Aansluitingdoorsnede:

max. 4 mm²

Stroomverbruik:

6 tot 15 mA

Het maximale aansluitvermogen is afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus (faseaanslijding of faseafsnijding). Zie de gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Vermogensuitbreiding door Gira vermogensopvoereenheden.
Montage op DIN-profielrail.
Updatemogelijkheid via de Gira Project Assistant (GPA).